Skip to main content
12 januari 2024

PsyGlobal, een boekje open over: Cultuursensitieve en cultureel competente geestelijke gezondheidszorg

In een wereld die steeds meer gekenmerkt wordt door culturele diversiteit, wordt het concept van cultuursensitieve geestelijke gezondheidszorg steeds belangrijker. Zorgprofessionals krijgen meer en meer te maken met cliënten uit andere culturen. Culturen waar mogelijk andere normen en waarden gelden en waar wellicht anders wordt omgegaan met geestelijke gezondheidszorg. Begrip voor deze culturele verschillen leidt tot betere communicatie, een beter behandelresultaat en een verhoogde tevredenheid van client en behandelaar. In dit artikel gaan we dieper in op de betekenis en de implicaties van cultuursensitieve en cultureel competente geestelijke gezondheidszorg. Waar begin je? Hoe kom je tot een behandelmodel dat voldoet aan de verwachtingen van je cliënt? En is de inzet van hulpverleners met dezelfde culturele achtergrond altijd de oplossing?

 

foto: freepik.com

De begrippen

Cultuursensitieve geestelijke gezondheidszorg is gezondheidszorg waarbij rekening wordt gehouden met de culturele context van de cliënt tijdens het behandelproces. Het begrip beschrijft het belang van gevoeligheid voor en bewustzijn van culturele verschillen.

Cultureel competente geestelijke gezondheidszorg wijst op het idee dat zorgverleners niet alleen rekening houden met deze context, maar ook over kennis en vaardigheden beschikken om te werken met diverse culturele groepen.

Het belang van cultuursensitieve en cultureel competente gezondheidszorg

Door de toenemende globalisering is het allang niet meer vanzelfsprekend dat een in Nederland werkzame GGZ-professional enkel cliënten voor zich krijgt met dezelfde culturele achtergrond. Op 1 januari 2023 had 11,6% van de totale Nederlandse bevolking een westerse migratieachtergrond en 14,8% een niet-westerse migratieachtergrond (bron: CBS.nl). Deze verscheidenheid aan culturen, achtergronden en religies brengt andere ideeën en opvattingen met zich mee, ook over geestelijke gezondheid. Je kunt dan denken aan verschillen in openheid en bespreekbaarheid, collectivisme versus individualisme en verschillen in de benadering van mentale gezondheidsproblemen. Als er geen rekening gehouden wordt met deze verschillen kan dat leiden tot miscommunicatie, onbegrip, diagnostische fouten en ineffectieve behandelingen.

Waar begin je met cultuursensitieve geestelijke gezondheidszorg?

Het is onmogelijk om van alle (sub)culturen die we in Nederland zien uitgebreide kennis te bezitten. Niet alleen omdat het zoveel verschillende culturen zijn, maar ook omdat er binnen al deze culturen (ook “de Nederlandse”) weer verschillende subculturen en levensbeschouwingen onderscheiden kunnen worden. Bovendien zijn al deze culturen aan veranderingen onderhevig: We nemen opvattingen en inzichten van elkaar over en maken daar weer onze eigen subculturen van.

De belangrijkste eerste stap is bewustwording. Wees je bewust van de kijk op de wereld van je client. Jeroen Knipscheer, psychotherapeut, senior onderzoeker en vooraanstaand expert in de cultuursensitieve psychotherapie, omschrijft het als volgt: “Een cultureel competente zorgprofessional vraagt zich af of het gedrag van een patiënt normaal of deviant is in de context van de normen en waarden van de (sub)cultuur waartoe deze behoort.” Kennis helpt je hierbij, maar het gaat vooral om de bereidheid je te verdiepen in de wereld van een ander en hierin een open houding aan te nemen.

Bewust van je eigen bagage

Cultuursensitief werken is meer dan alleen kennis hebben van (of openstaan voor) de cultuur van “de ander”. Het gaat ook om inzicht in je eigen culturele bagage, en begrip over hoe dit van invloed is op jouw manier van werken. Jeroen vult aan: “Ook is het goed je te realiseren welke invloed het behoren tot de dominante groep in sociaal opzicht kan hebben op een patiënt uit een minderheidsgroep – en omgekeerd: wat betekent je eigen socialisatie in een mogelijk geprivilegieerde context voor je eigen opvattingen en bejegening.” Voortdurende zelfreflectie over je eigen culturele bagage én je maatschappelijke positie is erg belangrijk.

Vanaf het eerste contact

Begrip hebben voor de culturele verschillen die er mogelijk zijn tussen jou en je cliënt begint al vanaf het eerste contact. “Laat tijdens de eerste kennismaking al merken dat dat je sensitief bent voor diens leef- en denkwereld”, geeft Jeroen aan. Neem daar de tijd voor. Zorg dat je begrijpt hoe mensen hun situatie zelf ervaren en ga niet direct na de diagnostiek over tot het volgen van het behandelprotocol.

Een goed hulpmiddel hiervoor is het CFI, het Cultural Formulation Interview, opgenomen in de laatste versie van het DSM. Het CFI is een basisinterview van 16 vragen, waarmee de hulpverlener een respectvolle, nieuwsgierige en niet-oordelende houding laat zien. Het zijn geen expliciete, maar open, uitnodigende vragen, waardoor de client zich gehoord en serieus genomen zal voelen. Zo ontstaat er een gedeelde visie van cliënt en hulpverlener op de klachten en de behandeling.

Voorbeelden van vragen in het CFI:

  • Soms hebben mensen verschillende manieren om hun problemen te beschrijven aan hun familie, vrienden of anderen in hun omgeving. Hoe zou u uw [probleem] aan hen beschrijven?
  • Vaak zoeken mensen hulp op verscheidene plaatsen, zoals bij verschillende soorten artsen, mantelzorgers of genezers. Wat voor soort behandeling, hulp, adviezen of genezing heeft u tot nu toe gezocht voor uw [probleem]? Wat voor soort hulp vond u het nuttigst? En welke hulp was niet bruikbaar?

Komen tot een behandelmodel

Er is veel discussie over het wel of niet inzetten van evidence-based behandelmethoden voor mensen uit een niet-westerse cultuur. Er is echter steeds meer bewijs dat behandelingen als CGT en EMDR voor iedereen geschikt zijn, mits ze cultuursensitief worden vormgegeven. Volgens Jeroen Knipscheer gaat het er vooral om hoe je deze behandelingen verpakt en aanbiedt. “Veel migranten komen uit culturen waarin de familie en gemeenschap een veel grotere rol spelen dan in onze meer individualistische samenleving”, vertelt hij in het tijdschrift GZ-Psychologie. “Dat betekent dat cliënten zichzelf in de eerste plaats beschouwen als onderdeel van die gemeenschap. Aan een autochtone Nederlandse cliënt stellen we vaak een vraag als ‘Wat zegt dit over u als persoon?’. Een dergelijke vraag kan voor iemand uit een wij-cultuur lastig te beantwoorden zijn. Dan werkt het vaak beter om bijvoorbeeld te vragen: ‘hoe kijkt uw familie naar u?’, of ‘hoe ziet de gemeenschap waartoe u behoort u?’”

Een ander essentieel onderdeel volgens Jeroen is goede voorlichting over het therapeutisch proces (doelen, werkwijze, verwachtingen en vertrouwelijkheid). Hierbij is het belangrijk dat de cliënt en de behandelaar het eens zijn over de verklaring van klachten, de behandeling daarvan en bovenal de uitkomst. Jeroen: “Migranten verwachten vaak dat ze na hun behandeling van hun klachten af zijn, dat ze dan weer helemaal de oude zullen worden. Helaas is dat meestal niet het geval. [..] Het blijft echter lastig dat cliënten – als ze dan eindelijk de stap naar een therapeut hebben gezet – verwachten dat die hun probleem oplost. Dan moet je ze toch duidelijk maken dat jij niet de wonderdokter bent die ze misschien hadden verwacht. Ook dat is onderdeel van een cultuursensitieve behandeling.”

Tenslotte is het belangrijk om in de behandeling systemisch en contextueel te werken, met expliciete aandacht voor gezin en familie en de socio-economische en sociale context.

Een divers aanbod therapeuten

Bij een steeds meer divers cliëntenbestand is het logisch om ook op zoek te gaan naar een meer divers behandelteam. Behandelaars die dezelfde taal spreken als de cliënt en dezelfde culturele achtergrond hebben lijkt een voor de hand liggende manier.

Volgens Jeroen Knipscheer is het echter niet dé oplossing. “Denk bijvoorbeeld aan thema’s die binnen een bepaalde culturele groep met taboe omgeven zijn. Op zulke momenten kan het voor een patiënt juist moeilijker zijn om het gesprek aan te gaan wanneer de therapeut uit dezelfde groep komt. Het kan dan juist helpend zijn om dat met een relatieve buitenstaander te bespreken.” In dit soort situaties is de rol van de regiebehandelaar en de rest van het team belangrijk. Zij kunnen, bijvoorbeeld tijdens intervisie, hun licht als buitenstaander op de situatie schijnen. Zo zorgt het team er weer voor dat de hulpverlener niet enkel door zijn of haar eigen culturele ‘bril’ naar de situatie kijkt. En daarmee komen we weer terug op de cruciale elementen van cultuursensitieve en cultureel competente geestelijke gezondheidszorg: zorg voor een open houding richting je cliënt en een bewustzijn van je eigen culturele bagage.

 

Verder lezen over dit onderwerp?

https://www.tijdschriftvoorpsychotherapie.nl/archief/jaargang-2020-uitgave-1/11649/

https://www.gzpsychologie.nl/magazine-artikelen/clienten-met-een-migratie-achtergrond-moeten-tactvol-worden-behandeld/

https://kennisnet.vgct.nl/culturele-sensitiviteit-binnen-de-cgt/

https://www.vkjp.nl/tijdschrift-artikelen/2-2022-cultuursensitief-werken-in-de-jeugd-ggz

https://www.pharos.nl/nieuws/hoe-werk-je-cultuursensitief-met-jeugdigen-en-gezinnen/

https://www.psychologytoday.com/us/therapy-types/culturally-sensitive-therapy

https://dsm-5.nl/actueel/209-363_Cultural-Formulation-Interview